Kennisgeving van verkoop door de provincie Gelderland van percelen grond aan de gemeente Zaltbommel gelegen nabij de N322 te Zaltbommel

De provincie Gelderland is van plan aan de gemeente Zaltbommel een aantal percelen te verkopen ter verbetering en continuering van de infrastructuur. Het betreft de volgende kadastrale percelen:

Te verkopen:

Kadastrale gemeenteSectieNummerOppervlakte
ZaltbommelK116200.04.67
ZaltbommelK1167 ged.00.00.54
ZaltbommelK1168 ged.01.35.70
ZaltbommelK116900.02.05
Totaal  01.42.96
Kadastrale gemeente
Sectie
Nummer
Oppervlakte
Zaltbommel
K
1162
00.04.67
Zaltbommel
K
1167 ged.
00.00.54
Zaltbommel
K
1168 ged.
01.35.70
Zaltbommel
K
1169
00.02.05
Totaal
 
 
01.42.96

Publieke taak

De betreffende percelen grond lenen zich puur en uitsluitend om ingezet te worden ten behoeve van de aanlegde infrastructuur. Gezien de publieke taak van het aanleggen en in stand houden van infrastructuur, is de gemeente Zaltbommel de enige gerede kandidaat voor overname van de eigendomsrechten dan wel het vestigen van een beperkt recht.

Gemotiveerde reactie op voorgenomen verkoop

Provincie Gelderland is van plan om de genoemde percelen grond te verkopen aan de Gemeente Zaltbommel. Als u meent dat u ook voldoet aan de genoemde criteria en daarom ook in aanmerking komt voor overname van de eigendomsrechten van de percelen, kunt u binnen een termijn van 20 kalenderdagen na datum van deze kennisgeving, dus uiterlijk 9 december 2025, een gemotiveerde reactie indienen. Dit doet u door een e-mail te sturen naar kennisgevingen-grondzaken@gelderland.nl onder vermelding van kenmerk: ‘Zaltbommel N322’. In deze e-mail geeft u aan waarom u meent ook in aanmerking te komen voor overname. Provincie Gelderland stelt deze termijn omdat de Gemeente Zaltbommel en provincie Gelderland onredelijk zouden worden benadeeld als ook na deze termijn nog tegen het aangaan van de verkoop opgekomen kan worden.

Provincie Gelderland publiceert dit voornemen op www.gelderland.nl/grondzaken . Met deze publicatie geeft de provincie uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad d.d. 26 november 2021 (ECLI:NL: HR:2021:1778).